Geef Mohamed zijn Belgische nationaliteit terug !
Rendez à Mohamed sa nationalité belge !
Give Mohamed his Belgian nationality back !
Mohamed R’ha werd in 1987 geboren te Antwerpen in een arbeidersgezin met Marokkaanse ouders. Zijn moeder was in België sinds 1975, van toen ze tien jaar oud was. Vader was sinds 1986 in België.
Mohamed was 11 jaar toen hij de Belgische nationaliteit verkreeg. Tijdens zijn middelbare school zou Mohamed een jaar in Syrië gaan studeren om Arabisch te leren en om de Koran te leren memoriseren.
Terug in België werkte hij in de fruitteelt in Limburg en studeerde hij om zijn middelbaar diploma te behalen via de middenjury. Eind september 2005, tijdens de ramadan, ging Mohamed op bezoek naar zijn grootmoeder in Marokko.
Hij was er nauwelijks een week, toe hij werd opgepakt door de Marokkaanse politie. Hij werd beschuldigd de leider te zijn van een Marokkaanse « terroristische organisatie ». Als 18 jarige Belg zou hij er vrijwilligers geronseld hebben voor het verzet in Irak. Mohamed werd voorgesteld als een soort tweede Zarchaoui : hij zou de leider geweest zijn van een groep van 18 mensen, allemaal ouder dan 25, de oudste onder hen 56.
Na zijn arrestatie volgde een scenario dat iedereen die dit soort processen volgt welbekend is. Naakt, geboeid en gblinddoekt werd de 18 jarige Mohamed onderworpen aan stokslagen, electrische schokken, foltertechnieken als « waterboarding’ en de « vliegtuigmethode ». Aan het langdurige blinddoeken heeft hij vandaag nog altijd een oogletsel overgehouden. Bedreigd met verkrachting en dood, ondertekende Mohammed een zogeheten bekentenis die hij zelfs niet eens mocht lezen. Deze « bekentenis » volstond : bewijzen waren niet meer nodig.
De rechtszaak die erop volgde was een klucht, waarvan de uitspraak al vast lag nog voor de zaak begon : Mohamed werd veroordeeld tot 10 jaar effectieve opsluiting. Hij zit vandaag nog altijd in de gevangenis. In hoger beroep werd de straf van 10 jaar bevestigd en een proces in cassatie werd hem geweigerd.
Op vraag van het Belgische parket ontnam het Hof van Beroep in Antwerpen hem op 18 november 2010 de Belgische nationaliteit. En dit ondanks de pleidooien van de verdediging die aankloeg dat Mohamed was gefolterd in Marokko. Mohamed R’ha is zo de tweede Belg sinds de tweede wereldoorlog die « wegens tekortkoming aan de plichten van Belg » de Belgische nationaliteit werd ontnomen. Eerder gebeurde hetzelfde met de Belgo-Tunesiër Taarek Maroufi die in januari 2009 zijn Belgische nationaliteit verloor.
Wij vragen dat de Belgische overheden, in het licht van de officiële rapporten over foltering in Marokko, die de afgelopen zes maand zijn opgemaakt door de speciale rapporteur van de UNO, het Kennedy Center, Amnesty International, ACAT, Human Rights Watch en zelfs de CNDH, die allen het bestaan van systematische foltering in Marokko erkennen, de zaak Mohamed R’ha opnieuw zouden bekijken.
Wij vragen de Belgische autoriteiten
1. Aan te dringen bij de Marokkaanse autoriteiten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de foltering waarvan Mohamed R’ha het slachtoffer was en in afwachting zijn gerechtelijke vervolging en uitspraak ongeldig te verklaren
2. Hem onmiddellijk zijn Belgische nationaliteit terug te geven.
Mohamed R’ha est né à Anvers dans une famille ouvrière d’origine Marocaine. Sa mère est venue en Belgique en 1975, à l’âge de 10 ans. Son père réside en Belgique depuis 1986.
Mohamed avait 11 ans lorsqu’il obtint la nationalité belge. Pendant ses études secondaires, Mohamed ira effectuera un séjour d’étude d’un an en Syrie pour apprendre l’arabe et mémoriser le Coran.
De retour in Belgique, il travaille dans la culture fruitière au Limbourg et étudie pour obtenir son diplôme secondaire auprès du jury central. Fin septembre 2005, pendant le ramadan, Mohamed rend visite à sa grand-mère au Maroc.
Il était à peine une semaine au Maroc, lorsque la police l’a arrêté. Il a été accusé d’être le leader d’une « organisation terroriste » Marocaine. En tant que Belge de 18 ans, il aurait recruté des volontaires pour la résistance contre l’occupation en Irak. Mohamed a été présenté comme un second Zarqaoui : il serait le leader d’un groupe de 18 personnes, tous plus âges que 25 ans et dont le plus âge a 56 ans.
Après son arrestation, un scénario classique de torture, bien connu des organisation de défense de droit de l’homme, se met en place. Nu, enchaîné et avec les yeux bandés, ce garçon de 18 ans a été soumis à des coups de bâton, des chocs électriques et d’autres techniques de torture tels que le « waterboarding » et la « méthode avion ». Les bandeaux sur les yeux ont été serré tellement fort qu’il en a gardé une lésion des yeux. Menacé de viol et de mort, il signe une soit disant confession qu’il n’a jamais eu le droit de lire. Cette « confession » suffisait : des preuves n’étaient pas nécessaire.
Le procès qui suivit fut une parodie de justice. Le verdict était déjà près longtemps avant le procès : Mohamed a été condamné à 10 ans de réclusion effective. Il est toujours en prison. En appel, la sentence de 10 ans a été confirmée et un procès en cassation lui a été refusé.
A la demande du parquet belge, la Cour d’appel d’Anvers lui ôta sa nationalité belge, le 18 novembre 2010. Et ce malgré les plaidoiries de la défense qui objecta que Mohamed a été torturé au Maroc. Ainsi, Mohamed R’ha est le deuxième Belge depuis la Deuxième Guerre mondiale à qui on a ôter la nationalité pour «manquement aux devoirs d’un Belge ». Le cas précédent était le Belge d’origine Tunisienne Taarek Maroufi qui a perdu la nationalité belge en janvier 2009.
Nous demandons que les autorités réexaminent la cas Mohammed R’ha sur base des rapports officiels sur la torture au Maroc qui ont été émis depuis six mois par le rapporteur spécial de l’ONU, par le Kennedy Center, par Amnesty International, ACAT, Human Rights Watch et même le CNDH. Tous ces rapports reconnaissant l’usage systématique de la torture au Maroc.
Nous demandons aux autorités belges:
1.D’insister auprès des autorités Marocaines qu’elles lancent une enquête indépendante concernant la torture qu’a subie Mohamed R’ha et qu’en attendant elles déclarent invalides le verdict rendu
2. De rendre immédiatement la nationalité belge à Mohamed R’ha